Kom terug

3 april 2019 - Tbilisi, Georgië

Muziek komt en gaat. Veel nummers komen ons brein binnen via de radio, een Spotify playlist of reclames. Vaak kun je je niet eens meer herinneren wanneer je een bepaalde artiest of een specifiek nummer voor het eerst hebt gehoord. Toch zijn er ook uitzonderingen. Soms weet je nog precies wanneer je dat ene nummer voor het eerst hoorde. Of hoe een artiest onverwacht je leven binnen stapte en je dag kleurde. Ik heb dat zelf met de muziek van Spinvis.  Ik herinner me nog als de dag van gister dat ik zijn muziek voor het eerst hoorde. Ik was een jaar of negentien en bij mijn oudste broer thuis. Ik was een beetje ziek die middag en hij zorgde voor me zoals hij dat zo heerlijk kan: een fleecedekentje, een goede kop thee en de juiste muziek. ‘’Ik denk dat je dit wel kunt waarderen,’’ had hij gezegd. Hij draaide het nummer ‘Aan de oevers van de tijd’. Ik luisterde naar het liedje en voelde hoe ik ontspande. Vanaf dat moment was ik fan.

Wat mij aanspreekt in zijn muziek is hoe hij, op poetische wijze, in ieder liedje richtingaanwijzers verstopt, zonder daarbij de essentie van het lied bloot te geven. De verbeeldingkracht van de luisteraar bepaalt vervolgens het verhaal. Ik hou daarvan. In januari 2017 ging ik naar een piepklein optreden van hem, op het Eurosonic Noorderslag festival. Het was de allereerste ‘try-out’ van zijn nieuwe album ‘Trein Vuur Dageraad’, dat in mei dat jaar zou verschijnen. Nadien raakten we aan de praat. Ik vertelde hem dat ik zijn nieuwste album mee zou nemen op wereldreis en dat de trein toevallig ook centraal zou staan in mijn reis. Hij vroeg naar mijn plannen en ik vertelde hem over de Transmongolie Expres. En dat ik het nog wel een beetje spannend vond.  ‘’Grote plannen,’’ had hij gereageerd. ‘’Grote toekomst. Grote trein ook. Goede reis!’’ En toen ik wegliep riep hij me na: ‘’En kom terug.’’

--

De laatste weken van mijn eerste reis zijn aangebroken. Ik verblijf een paar dagen in het regenachtige Batumi en neem dan de trein naar de hoofdstad van Georgie: Tbilisi. Deze hoofdstad is relaxed, vol geschiedenis, cultuur en goede koffietentjes. Hoewel het land officieel tot Azie behoort, voelt het in veel opzichten Europees aan. De voertaal is Georgisch, met als tweede taal Russisch. Aangezien Russisch makkelijker (…) om te leren is dan Georgisch, probeer ik me die taal een beetje eigen te maken. Dit valt nog niet mee. (Engels wordt hier namelijk amper gesproken) Het land doet me in veel opzichten ook aan Rusland denken. De mensen zijn erg vriendelijk. Als mannen me zien stuntelen, en dat gebeurt nogal eens, schieten ze me meteen te hulp. Deuren worden open gehouden en mannen staan op om me een plekje in de ‘bus’ te geven. Als geemancipeerde Nederlandse weigerde ik dit in het begin, maar ik kwam er al gauw achter dat dit erg onbeleefd is en ik mijn strategie misschien toch moest veranderen. Het eten is fantastisch, de natuur adembenemend en de prijzen zijn om te lachen. Ook in cultureel/historish opzicht is het land erg interessant. Ik begin te begrijpen waarom het toerisme in dit land toeneemt. (En niet alleen door ‘Wie is de Mol’)

920571F3-618C-4DAC-A146-51BC44C3B9D9 45B1AFC8-D19D-44B8-A2FE-31F9DE3E425C87E5CBAA-6B34-4E1C-884B-29D4DE0DDF2E

Het land is Christelijk en dat is terug te zien in de cultuur. Een groot contrast met buurland Turkije. Het blijft fascinerend om te zien hoe deze cultuurverschillen geleidelijk, of in dit geval juist abrupt, in elkaar overlopen. Als ik op een ochend rondloop, kom ik terecht op een markt waar ze de meest bizarre producten verkopen. Zo worden me gasmaskers aangeboden, handgeschreven paspoorten uit de tijd van de Sovjet Unie, familiefotos uit de tweede wereldoorlog en een opgezette hond. Je zult er maar om verlegen zitten. Ik verblijf in een klein hostel in een buitenwijk van de stad, waar de armoede zichtbaar is. Het hostel voelt meer aan als een studentenhuis, waar studenten uit Oekraine verblijven, een man een jaar pauze houdt van zijn liftavontuur in Siberie en een engelsman de winter overbrugt om daarna zijn weg op de fiets te vervolgen: van China naar Engeland. Ik reis vanaf hier wat rond, bezoek kloosters en ga hiken in de bergen. Dit is niet het meest veilige idee, realiseer ik me, als de sneeuw tot mijn kuiten komt en een andere toerist om hulp schreeuwt. Ze zit vast en onder haar lonkt een afgrond. En laat ik nou net die persoon zijn die deze weg had voorgesteld. Ik ben stiekem dan ook opgelucht als we allemaal weer veilig beneden staan.

LRM_EXPORT_40619530371014_20190324_082509080 LRM_EXPORT_40889389449244_20190324_082938943 

B3FE5776-E29A-40A4-A0FE-E212E1061845LRM_EXPORT_42032572841673_20190324_084842127

Na een week popel ik om de bergen voor een wat langere tijd in te gaan. Ik besluit om de nachttrein te nemen naar Zugdidi en vanaf daar de bus te nemen naar Mestia. Als ik op het treinstation aankom, heb ik een flashback naar het begin van mijn reis. De trein is Russisch en ik slaap samen met tientallen Georgiers in een wagon. De geur van zweet en het geluid van scheten, boeren en gesnurk. Het blijft ergens een vreemde gewaarwording om zo ‘intiem’ met zoveel vreemde mensen in een kleine ruimte te reizen. Of kan ik het beter omdraaien? Is onze luxe, zeer comfortabele manier van treinreizen vreemd? Hoe wij soms geiriteerd opkijken als er een veemde naast ons komt zitten?

Er word me gevraagd om een locaal alcoholgoedje te komen drinken met een stel jongens. Even later schrik ik wakker van de geur van vodka: een man staat over me heen gebogen en probeert zijn jas op te hangen, vlak naast mijn gezicht. Ik probeer een gesprek aan te gaan met mijn buurman, maar mijn talenknobbel is zelfs met een vergrootglas niet te zien en het Russisch leren gaat dan ook zo traag als een geblesseerde slak. Midden in de nacht verlaat hij de trein en geeft hij me een handkus. En gebarend ‘vraagt’ hij wanneer ik weer terug reis.  Want we hebben misschien weinig informatie uitgewisseld: samen zwijgen is altijd nog gezelliger dan alleen.

D32BC9A9-CAD2-4512-BE9A-439416A28B05 BAD08797-7557-4E8A-8174-B726F12EDCEB

Ik kom aan in Zugdidi, wrijf de slaap uit mijn ogen en probeer de bus te vinden naar Mestia. Dit is vaak al een avontuur op zich. Ik treuzel te lang en wanneer ik de bus eindelijk heb gevonden, is hij vol. Ik moet naar de andere kant van het stadje lopen, al begrijp ik bar weinig van de instructies. Ik vraag twee oude mensen naar de weg. Hun Engels is net zo slecht als mijn Russisch en met handen, voeten en ‘tjoek tjoek train bewegingen’ druk ik me uit. Voor we het weten staan we alledrie te dansen op straat. Uiteindelijk vind ik het verlaten busje min of meer per ongeluk. Als ik rondloop kom ik een man tegen. Hij lijkt verdwaald en blijkt de chauffeur te zijn. We hoeven alleen nog maar ‘even’op andere passagiers te wachten. Hij vraagt me in de bus te gaan zitten en loopt dan zelf weg. Na een uur komt hij terug in met de woorden: ‘We go to my house’. Ik vraag me af of ik hem goed heb verstaan en laat mijn intuitie spreken. Hoewel ik in sommige landen in deze situatie zou maken dat ik wegkwam, vertrouw ik deze man. Reizen is een snelkookpan voor het leren luisteren naar intuitie. Bovendien weet ik dat de busjes pas weggaan als ze volzitten en het feit dat het zes uur in de ochtend is, zal niet erg meehelpen.

En zo zit ik tien minuten later voor een gaskachel in een oudbollig huis. Het doet me nog het meest denken aan een kerk; met enorme altaren in de hoek. Ik werd na binnenkomst meteen voor de kachel op een stoel gezet, als een natte hond die moet drogen. De chauffeur verlaat de woonkamer en komt een halfuur later terug. Het ontbijt is klaar. Ik betreed de keuken, maak kennis met de chauffeur zijn vrouw en ouders. In deze cultuur is het gebruikelijk om als familie bij elkaar te blijven wonen. Ik wil de vader een hand geven, maar kom dan tot de genante ontdekking dat hij deels verlamd is. Uiteraard realiseer ik me dit te laat. Het geheel wordt er niet makkelijker op als niemand  Engels spreekt, ik de gebruiken niet ken en geen idee heb hoe ik dit eten moet eten. Waarom drijven er grote ballen in mijn drinken? De familie lacht me vriendelijk toe. En of ik getrouwd ben. Het enige dat ik moeiteloos in het Russisch kan uitbrengen, is een bedankje. Maar hoevaak kun je in een halfuur bedanken zonder dat het vervelend wordt? Ik staar enigszins ongemakkelijk naar de klok.

Dan vertrekt de chauffeur om meer passagiers op te halen. Het zal een halfuurtje duren, gok ik. Een uurtje misschien. Ik word weer voor de kachel gezet (want ik mag absoluut niet helpen afwassen), lees mijn boek en probeer te communiceren met de familie, al geef ik dat na vijf minuten ook weer op. Na een uur is de chauffeur nog niet terug. Twee uur later ook niet. Het zou nog eens vijf uren duren voor hij terugkomt. In de tussentijd heb ik ook met zijn vrouw geluncht, en achtenzeventig keer naar de klok gekeken. Ik ben erg onder de indruk van de gastvrijheid van de Georgiers. Ik vind het vertederend en probeer me voor te stellen wat er zou gebeuren als een Nederlandse buschauffeur een passagier uit zou nodigen bij hem thuis, als de bus voorlopig nog niet kan vertrekken. Het viel me eerder ook al op, toen de taxi chauffeur me een kadootje gaf bijvoorbeeld. Toch kan ik de nodige zelfverwijten niet onderdrukken. Ik zit een beetje op hete kolen, en baal dat ik nu urenlang niks doe. Ik voel me bezwaard naar de familie toe, die niet goed lijken te weten wat ze met me aanmoeten en geen woord met me kunnen wisselen. Ik vind het dom van mezelf. Als ik niet zo had getreuzeld, had ik nog in de bus gekund en was ik al lang in de bergen geweest. En daar wilde ik vandaag juist heen, nu het nog mooi weer is. Kortom: alles was dan beter geweest.

F1E5F8DE-9684-45E0-A879-AAB25B682F13 769E36A0-98C2-4E0F-AEEF-53B0E4623620

Of toch niet? Want als ik uren later in het busje stap, zit ik achter twee Duitse zussen. Het verrast me, want veel toeristen spot ik hier niet, zo in het laagseizoen. We hebben meteen een klik en ze nodigen me uit om bij ze in het guesthouse te verblijven en de dag erna samen te gaan hiken. Ik moet lachen om mezelf en de gedachten die ik eerder had. Zie je wel, spreek ik mezelf dan toe. Uiteindelijk komt het altijd weer goed. Ik had die meiden nooit ontmoet als ik met de eerdere bus was gegaan. Waarom was ik ook alweer zo kritisch op mezelf? Ik had toch juist, na twee jaar ‘planloos’ reizen, geleerd om los te laten? En ik had toch ook besloten om mezelf geen druk meer op te leggen?
Het is interessant om te constateren hoe bepaalde mechanismen altijd met je meereizen. Liep ik in Nederland tegen een burn-out aan omdat ik het graag goed wilde doen: op reis gebeurt precies hetzelfde. Dat kritische stemmetje in mijn hoofd? Aanwezig. Die irritante karaktereigenschap? Ai, gespot. Tegelijkertijd is dit ook het interessante: tijdens het reizen krijgt het alle ruimte en kan ik het eens in alle rust in de ogen kijken. Het begin is er. Ik kan me vervelendere therapieen voorstellen. De zussen zeggen trouwens dat ze het gevoel hebben me al lang te kennen. Dat ik zo’n goede buffer ben, een prettige bemiddelaar. En dan biecht ik toch maar op dat ik meer dan een jaar heb kunnen oefenen.

In Mestia ontmoet ik expats, allemaal mooie verhalen van reizigers die hier ooit als toerist kwamen, maar volledig zijn gevallen voor dit bergdorp. Het intrigeert me: het dorp, en met name buurdorp Ushguli, zijn in de winter volledig ingesneeuwd en dit heeft invloed op de mentaliteit van de mensen, op bijvoorbeeld het vinden van een partner en de leefwijze. Zo werden vrouwen kortgeleden nog gekidnapt door mannen om te gaan trouwen en zijn veel huwelijken voltrokken op basis van praktische, overlevingsmotieven. Het is voor de man geoorloofd om vreemd te gaan: hier wordt ook geen geheim van gemaakt. Voor de vrouw ligt dit anders. Sterker nog: de meeste vrouwen komen het huis niet uit. De mannen weten trouwens wel wat feestvieren is en ik beland spontaan op een besloten feestje, waar de mannen (volks)muziek maken tot in de nacht. Het tripje naar Ushguli bleek overigens ook erg interessant. En niet in de laatste plaats vanwege de weg er heen (lawinegevaar, over ijs, sneeuw en modder langs diepe afgronden - en ondertussen moesten we nog een busje dat vastzat uit de modder trekken) en de straten in het dorpje zelf (tot onze kuiten in de koeienstront)

IMG-20190327-WA0004  IMG-20190327-WA0008  

 IMG-20190327-WA0006IMG-20190327-WA0012

Na een aantal dagen in de bergen reis ik naar Signaghi, in het oosten van het land. Ik neem opnieuw een bus, de nachttrein een andere bus. Eenmaal in Signaghi aangekomen is het koud, regenachtig en mistig. Het geeft niet, bedenk ik dan. Ik kan me mooi terugtrekken in een koffiezaakje om te schrijven. Ik open mijn tas om mijn tablet te pakken en krijg het dan spaansbenauwd. De tablet is weg. Mijn tablet. Mijn boek. Mijn Netflix. Mijn verhalen. Mijn dagboek. En mijn foto’s. Ik snap er niks van.

Goddank spreekt de jongen van het guesthouse een beetje Engels en helpt hij mij om rond te bellen. Helaas zonder succes. Ik vrees voor mijn opgeslagen creditcard gegevens en wil graag met mijn bank bellen. Ik kan niet zelf bellen. Ik vraag hem of ik zijn telefoon mag lenen, maar hij kan geen internationale telefoongesprekken voeren. Ik leer het Russische woord voor ‘postkantoor’ en loop het stadje rond. Ik vind het postkantoor uiteindelijk maar de vrouw weigert mee te werken. Ik mag niet bellen en ze zegt me dat ik in dit dorp nergens kan bellen. Ik moet dan een lokale simkaart kopen, maar mijn telefoon uit NZ pakt geen andere simkaarten. Ik loop naar het politiebureau, maar daar spreekt men geen Engels. Ondertussen probeer ik mijn wachtwoord voor mijn mail te veranderen, maar daarvoor wordt er een sms code gestuurd naar Nederlandse nummer: dat in Friesland ligt. Het huilen staat me inmiddels nader dan het lachen, gevoed door het slaaptekort van de lange reis. Ik kan niet helder meer denken. Uiteindelijk belt mijn vader vanuit Nederland naar de nodige instanties, maar wordt dan zelf keihard gescamd. Gevolg? Hij moet zijn eigen rekening tijdelijk blokkeren en een deskundige naar de computer laten kijken. Oh, happy days.

Ik laat de man van het guesthouse een brief in het Georgisch schrijven en ga daarmee de volgende ochtend naar het politiebureau. Ik word in een muf hokje gezet en moet urenlang wachten, terwijl ik ze hoor discusieren over het uitspreken van mijn naam en zie hoe ze ondertussen rustig een sigaret opsteken. Het hele team bemoeit zich er inmiddels mee. Na lange tijd word ik geroepen voor een ‘verhoor’. De buurvrouw van het politiekantoor is ingevlogen als tolk: zij spreekt een beetje Engels. Terwijl ze zich buigen over mijn paspoort en mijn naam op vijf verschillende manieren uitspreken (waarbij de Afrikaanse uitspraak mijn favoriet is), realiseer ik me hoeveel geluk ik heb. Ik had hier wel om hele andere redenen kunnen zitten, of erger nog: niet meer kunnen zitten. Ik wuif de gedachte gelijk weer weg, maar niet nadat ik mijn zegeningen heb geteld.

Die middag reis ik terug naar Tbilisi. Terug in het ‘studentenhuis’ wil de Siberie lifter me graag helpen met het traceren van mijn tablet. Dit lukt deels. Zo weet ik dat hij niet meer aan is geweest sinds ik hem gebruikt heb. Mogelijk ligt hij nog ergens onaangeraakt, of zijn/worden enkel de onderdelen verkocht. Hij kan me ook helpen met het instellen van een beveilingscode, waardoor ik zeker weet dat mijn online gegevens veilig zijn gesteld en mijn tablet bijna geheel onbruikbaar is. Ik zucht van opluchting. Ik besluit nog een kijkje te nemen bij de trein. De conducteur nodigt me uit om de volgende dag om zes uur ’s morgens zelf nog een kijkje te nemen, als de trein terug in de hoofdstad is. Dit doe ik, al is het tevergeefs. Iets met loslaten en niet hechten aan materieel, zouden ze in de Boedhistische landen wel zeggen. Al was dat in het klooster destijds wel iets makkelijker gezegd dan nu. ;-)

Ik denk niet dat ik mijn tablet ooit nog terug vind, maar gek genoeg heeft deze ‘diefstal’ me nooit een onveilig gevoel gegeven. Sterker nog: door deze gebeurtenis heb ik alleen maar meer vertrouwen gekregen in de mensen hier. Ik verloor iets, maar voel me desondanks rijker dan voorheen. Het feit dat iedereen me, ook zonder dezelfde taal te spreken, zo helpt, is ongelooflijk. Toen ik de jongen van het guesthouse wilde bedanken voor al zijn inzet met wijn, chocola of wat extra geld, wimpelde hij dat iedere keer af. ‘’No no, that’s respect.’’ En zo is het. En geen dief die dat kan afpakken.

IMG-20190327-WA0003 IMG-20190327-WA0013

En hier zit ik dan, op de voorafavond van mijn vertrek richting huis. Met een geleende tablet op schoot. Morgennacht vlieg ik, na bijna twee jaar, terug naar Nederland. Misschien tijdelijk, misschien voor langere tijd. Tijd om alles een plekje te geven en mijn dierbaren in de armen te sluiten. Sinds lange tijd hoef ik me even niet meer druk te maken over een slaapplek of mijn volgende bestemming. Ben ik niet meer alleen, anoniem en onderweg. Een gek idee. Ik heb zovaak aan dit moment gedacht. Me afgevraagd wanneer dit moment zou zijn en hoe het zou voelen. En nu het dan eindelijk zover is, voelt het als een vage droom.

Op de achtergrond klinkt het album van Spinvis. Na lange tijd voel ik opnieuw de behoefte om het te luisteren. De nummers zijn onlosmakelijk met mijn reis verbonden. Met name de eerste maanden in de trein, luisterde ik het veel. De nummers leken te zijn gemaakt voor mijn reis. Ik had verwacht dat de nummers zich vanzelf om mijn reis heen zouden vouwen. Nu ik opnieuw naar de teksten luister, besef ik dat het misschien juist andersom is. Mijn reis lijkt zich te hebben gevormd naar de muziek.

Voorlopig is dit het laatste reisverslag dat ik schrijf. Afgelopen twee jaar heb ik enorm veel leuke, lieve reacties gekregen op mijn verhalen. Het heeft me erg geraakt, gesteund en gemotiveerd. Fantastisch hoe familie, vrienden, kennissen en oud-collega’s me hebben gevolgd. Daarnaast hoorde ik laatst dat er ook mensen zijn die via via op mijn blog terecht zijn gekomen, en me zijn blijven volgen. Zonder dat ik ze ooit heb ontmoet.  Ik had dat van te voren nooit kunnen bedenken. Ik wil dan ook heel graag iedereen bedanken die me gevolgd heeft en me een hart onder de riem heeft gestoken.

Deze pagina zal binnenkort worden gesloten. Ik heb echter een hekel aan afscheid nemen en vind het zonde om alle waardevolle ontmoetingen en gebeurtenissen in het vergetelhoekje te stoppen. Sommige verhalen verdienen het nu eenmaal om verteld te worden. Ik denk er daarom over na om in de toekomst een website/blog te starten, waar ik een aantal verhalen en ‘ankedotes’ in een iets andere vorm wil gaan publiceren. Mocht je dit graag willen (blijven) volgen, wil je me opnieuw volgen tijdens een volgende reis, of anders namelijk..., laat het me dan even weten in een reactie of stuur even een mailtje naar [email protected] . Ik zal dan zorgen dat je een melding krijgt zodra de site online is. Voel je de behoefte om te reageren op mijn reis of heb je vragen? Leuk! Benader me gerust.

Wie weet tot mijn volgende reis!

Want ja Spinvis, ik kom inderdaad terug.

En niet alleen naar Nederland.

*

Grote trein
neemt mij mee
door de nacht
van Europa

Eindeloos
donker land
langs de kust
langs de grens
en voorbij de laatste stad.

-

Tussen liefde aan de linkerkant en rechts de eeuwigheid
en in ieder land een vaderland,
een overkant en jij
bent de trein, het vuur, de dageraad
Wie je worden gaat
Wie je vroeger bent geweest.

Uit ‘Trein Vuur Dageraad’, Spinvis

 

Foto’s

7 Reacties

  1. Wiekie:
    4 april 2019
    Ik vind je verhalen leuk om te lezen en zou je graag blijven volgen
  2. Symon Odinga:
    4 april 2019
    Ek ik kin min oer ôfskie nimmen. Ik ha dizze lêste prachtige blog dan ek yn in mist fan emoasjes lêzen. Krekt sa as ik dy 2 jier mist ha sil ik dyn reisblogs misse.
    Foarstel: it libben séls is ek ien lange reis. Meitsje om de 4 moanne in blog oer dyn libben. Ik sil altyd en oeral fan dyn blogs smulle en der om laitsje en foaral der troch rekke wêze.
    En der fan leare.....safolle wize wurden skreaun troch sa'n wize geast. Silst dat yn dy omgean litte? Please?
    Symon
  3. Tineke Riemersma:
    4 april 2019
    Anke jaaaa ik wil je heel graag blijven volgen!!!!En dank voor de mooie verhalen. En welkom thuis!!!!!!En wie weet kunnen we het over je reis hebben met een heerlijke kop koffie.
  4. Francien:
    5 april 2019
    Lieve Anke.
    Uiteraard wil ik je blijven volgen, ik heb genoten van je verhalen en je hebt me meegenomen in je prachtige avontuur . Mijn dank daarvoor.
    Lieve groet Francien
  5. Margreet:
    8 april 2019
    Hoi Anke, ik wil je graag blijven volgen! Prachtige verhalen moeten worden verteld én gelezen!
  6. Douwe van der Kooij:
    10 april 2019
    Ik kin mar krekt leaue dat de dochter fan myn grutte freon soks docht, soks skiuwt, soks belibbet en dat sa mooi op “papier” set. En dat alles sa goed ferrûn is, utsein dy laptop dan, mar gjin grutte ûngemakke. Prachtich. Hâld my op de hichte via dyn blg. Sil no bakkie dwaan by LTS.
  7. Marijke:
    18 april 2019
    Zo mooi beschreven weer Anke, wel erg koud daar! En natuurlijk blijf ik je graag volgen. Ben heel benieuwd hoe NL bevalt. Hopenlijk kunnen we een afspraak maken als ikdaar ben. Hug van mij