The final call

18 november 2018 - Christchurch, Nieuw-Zeeland

Ze kijkt glimlachend naar haar telefoon. Een glas appelcider staat onaangeroerd voor haar. Ik bestudeer haar terwijl ik aan mijn biertje nip. Een ‘speciale’ Lager dit keer. Na tien maanden Nieuw-Zeeland sta ik nog steeds vertwijfelend aan de bar. Niet zelden geef ik me over aan de overredingskracht van de dienst hebbende barman. Ze kijkt op. ‘’Kijk dan Anke’’, zegt ze, terwijl ze haar telefoon voor mijn neus drukt. ‘’Dit is toch schattig!’’ Het zoontje van één van haar beste vriendinnen, kijkt me met een speelse blik vanaf het scherm aan. Ik geniet ervan zoals Anne vol liefde over haar vriendinnen spreekt. Toen we twee en een halfjaar geleden bevriend raakten, vertelde Anne mij dat ze zo loyaal is. ‘’Als ik eenmaal bevriend ben met iemand, dan laat ik diegene niet zo gauw meer gaan. Pas maar op’’ had ze gegrapt. Het is waar. De nobelprijs voor de vriendschap gaat naar haar.

 received_2306570769566101

‘’Vreemd wel, dat dit onze laatste uurtjes samen zijn’’ mompel ik. We zitten in een kroegje naast het vliegveld. Het afscheid staat als een roze olifant tussen ons in. Lachend bekijken we de honderden foto’s die afgelopen maand gemaakt zijn. De foto’s vangen maar moeizaam de dynamische tijd die achter ons ligt. 


‘’Kijk deze’’ zegt Anne. ‘’Toen was ik net aan gekomen.’’ Ik zie ons staan, lachend. Wallen onder mijn ogen. Ik had net vijf uren gereden om Anne op te kunnen halen, had mijn eigen jetlag genegeerd en was vastberaden om ons die avond ook weer vijf uren terug te gaan rijden. Na vijf maanden werken voor schapenboer Bryce, zorgde een telefoontje van het thuisfront er voor dat ik impulsief besloot om voor tien dagen terug te vliegen naar Nederland. In Nederland hield ik oude handen vast, om ze daarna voor altijd los te laten. Ik sloot twee nieuwe wereldburgertjes in mijn armen. Ik knipperde drie keer met mijn ogen en toen stond ik weer op Schiphol. Eén van ‘s werelds langste vliegreizen valt in het niets bij de emotionele afstand die ik in deze dagen aflegde.

received_317223499098433 received_532320467236357

‘Thuis’ in NZ werd ik met open armpjes ontvangen door Ruby en de community in MacRaes. De warme community die mij door de koude wintermaanden heeft gesleept. Hier ging ik mee op jacht naar possums. Hier hielp ik mee op school en zorgde ik dat ik met de lunch weer terug was om de lammetjes melk te geven. Hier was ik de dwaas, die vrijwillig tien kilometer ging hardlopen. Die niks van rugby of jagen wist. Hier stond Bryce geregeld naast me met een zakje vol bloed en onderdelen van een schaap. En dan zijn triomfantelijke gezicht: ‘’Vandaag eten we schapenhart.’’ Bij het weggaan vroeg hij me of ik ook nog drie kinderen mee naar huis wilde nemen. Bewijze van uitleg voegde hij er grappend aan toe: ‘’Nu weet je ook waarom drank hier nog legaal is.’’ 

DSC06368_2 DSC06587


Anne bladert verder door de foto’s op mijn tablet. ‘’Je hebt wel mooi aan het lokale boerenleven kunnen ruiken’’, zeg ik haar lachend. Ik denk aan hoe ik Anne mee nam naar de schapen. En daarna naar de boerderij bij Carlien en Marleen. Hoe ze zich een weg baande door de stront in diens ‘tuin’. En dan Anne’s gezicht toen we binnenkwamen. Stokstijf, stond ze. ‘’Die geur’’. Ze trok een gezicht. ‘’Ga maar even zitten’’ zei ik haar, terwijl ik achter mijn oren krabde. ‘’Volgens mij hebben ze het momenteel een beetje druk’’ verontschuldigde ik mijn vriendinnen, terwijl ik me waagde aan een drie uur durende afwas. Anne maakte intussen oogcontact met Geartsje, het ‘huiskalfje’ dat de zusjes geadopteerd hadden en die in diens tuin woonde. Twee uren later wees Anne geschrokken naar het fornuis. Wat was dat? ‘’Oh’’ had Marleen droogjes opgemerkt. ‘’Dat is Priscilla, onze muis. Er woont hier een hele familie.’’ 


‘’Over beesten gesproken’’ lacht Anne dan. Weet je nog die nacht aan het meer bij Milford Sound? Ik lach met haar mee, weet precies waar ze op doelt. We kampeerden aan een prachtig meer met een spectaculair uitzicht. We nestelden ons op ons picknickkleed, maar renden na een uur gillend weg. De beruchte ‘sandflies’ kenden geen genade. Die nacht sliepen we in de auto. Het was warm en ik had de deur een beetje open gezet. Ineens was er een hard bizar geluid dat ik niet meteen kon plaatsen. Ik schoot overeind. ‘’What the…’’ Anne lag nog vredig naast me te slapen. Dacht ik. Een minuut later klonk het hard door de auto: ‘’Je doet NU die deur dicht. Ik wil niet weten wat dat is.’’ Ik wist het wel. Een vergelijkbare herriemaker had ik een maand geleden nog dood en bloedend naast me op de quad gehad.

 DSC06820_1 DSC06956


Ik val even stil. De tijd in Milford Sound blijft een beetje gevoelig. Nooit meer vergeet ik het moment dat de auto begon te trillen in de bergen. Ik vertrouwde het niet, maar liet me tijdelijk gerust stellen door Anne. ‘’Hij heeft het gewoon een beetje zwaar in de bergen.’’ Uren later stond Anne met grote ogen voor de auto. ‘’Je banden roken!’’ Gênant was het geweest. Ik, die een auto kocht en geen idee had wat ik er mee moest als er stront aan de knikker was. Anne en ik bundelden onze expertise en wisten welgeteld twee dingen. Hoe doe je de motorkap open en hoe blijft deze open staan? Een voorbijganger leerde ons hoe we de motor koelden en langzaam vervolgden we onze weg terug. Bij elke hapering van de motor, brokkelde er iets van ons vertrouwen af. We stonden vaak stil. Eenmaal bij de camping aangekomen, hoorden we dat veel oude auto’s hier last van hadden. Het zou wel goed komen. Voor de zekerheid besloten we de dag er na toch maar naar de garage te rijden. De automonteur had z’n hoofd geschud. Het kon linksom en het kon rechtsom. Het ging achteruit. Binnen een paar minuten besefte ik dat ik mijn auto kwijt was. Mijn huisje, mijn vrijheid, mijn geld, mijn plan. We belandden in een dorpscafé, waar ik me als een ware westerse materialist met rooddoorlopen ogen groot zat te houden. ‘’Hooikoorts schat?’’ vroeg de serveerster. ‘’Een beetje een pechdag’’ mompelde ik en ik vertelde haar ons verhaal. ‘’Dat is shit’’ zei ze. ‘’Maar hé, je bent nu hier. Je had ook met sneeuw in de bergen vast kunnen zitten.’’ Dan loopt ze weg. Haar collega gooit het over een andere boeg. ‘’Ik heb dat ook gehad! Dat is zo vreselijk. Weet je wat? Slaap anders bij ons vanavond.’’

DSC07064


We gaan helemaal op in de foto's. Vergeten bijna om van onze drankjes te drinken. ‘’Wat is er veel gebeurd’’ verzuchten we. ‘’Dat we urenlang langs die weg stonden om te liften met al onze rommel, bijvoorbeeld.’’ Anne begint steeds sneller te praten. ‘’En dat we toen tussen de weilanden afgezet werden, waar geen kip langskwam. En het ging regenen. En dat toen dat stel uit Maleisie ons meenamen in een veel te kleine auto, die toen bijna door zijn hoefjes zakte. En we nog dagen spierpijn hadden omdat we half op elkaar zaten.’’ Ik moet lachen. ‘’Dat was nog voor het tijdperk met opa.’’ Opa was onze huurauto, die we de laatste drie weken in ons leven hadden geroepen om onze vrijheid terug te kopen. Wat een lelijk en degelijk ding was het. Maar zijn innerlijk oversteeg zijn verschijning. Slechts één keer verruilden we opa voor de trein. Wij, die samen de Trans Mongolië Express hadden genomen, wilden dolgraag één van ’s werelds andere mooiste treinreizen aangaan. Van Christchurch naar Greymouth, dwars door de bergen. Wij, die gewend waren aan een kleine coupé, aan russen, vodka en stank, wisten niet wat we zagen toen we in deze luxe toeristentrein stapten. Ja, het was prachtig. Maar we lazen in elkaars ogen wat we niet hardop durfden zeggen: geef ons maar de primitieve trein, waar we dagenlang niks anders zagen dan oerbossen en woestijn. En niet meer wisten wie we roken. 

received_328133767984432 


Het nadeel van opa was dat we niet meer in de auto konden slapen. Het voordeel van opa was dat we niet meer in de auto konden slapen. Noodgedwongen zetten we iedere dag onze tent op en dat leverde indrukwekkende uitzichten op. Zo dronken we een biertje aan de voet van de Mount Cook, waar we lawines zagen en hoorden. (En we het in de nacht niet warm konden houden) Werden we wakker met het uitzicht op de blauwe zee in het Abel Tasman park. Of werden we verrast met dolfijnen en zeehonden tijdens het ontbijt. Soms wachtte ons een verrassing in het holst van de nacht. Lag er een spoorlijn in de buurt en denderden er treinen langs alsof ze over onze kussens reden. 

received_946512745547905 received_322569301896475

DSC07836 received_213312269564965


De kampeerplekken brachten ook mooie ontmoetingen met zich mee. De visser bijvoorbeeld, die z’n vrouw soms voor weken achterliet en naar zijn caravan afreisde om te gaan vissen. Of de oude man die alles op had gezegd en zijn leven nu voortzette in zijn oude caravan. Vroeger, vertelde hij, vroeger had hij maandenlang de hele wereld rondgereisd in een kleine auto met zijn vrouw en baby. Of de vrouw die ons uitnodigde voor een kopje koffie en ons op het hart drukte om nooit afhankelijk te worden van een man. Want die ‘bloody men’ pakken alles van je af. Dus wees ze te snel af door altijd rekening te houden met allerlei scenario’s. De grenzen zijn rekbaar, zo leerden we. Zo had ze gelogen over een ziekte om haar zus bij een man weg te halen. En ja, dat was gelukt, concludeerde ze trots. Of de vrachtwagenchauffeur, die ons urenlang rondreed door de bergen en ons vertelde dat de Nieuw-Zeelandse vrouwen niet meer hetzelfde waren. Veel te geëmancipeerd. Het land werd bestuurd door lesbiennes en die hadden geen idee. Met homo’s had hij sowieso niet veel. Als dat was voorbestemd dan had het scheppingsverhaal wel ‘Adam en Stefan’ geheten, of niet dan? Het zorgsysteem hier was trouwens heel slecht, zei hij. Aangestuurd door die lesbiennes natuurlijk. Zelf had hij, volgens zichzelf onterecht, een paar dagen in de cel gezeten. Kindermishandeling, vond de overheid. Een corrigerende tik, vond hij. Maar het waren wel goedkope overnachtingen. En hij was toch matties met de politie. Of ze hem misschien ook wat biertjes konden brengen in zijn cel. Hij lachtte. Zijn tattoos op zijn schouders schudden mee. ‘’Sorry dat ik jullie niet helemaal kan brengen.’’


Anne kijkt op haar horloge. Nog anderhalf uur. Ik vraag haar of ze ons vorige afscheid nog weet. Dat weet ze zeker nog, knikt ze. We hadden afscheid genomen in hartje Beijing. Zij met de metro naar het vliegveld. Ik met de nachttrein naar een slapend stadje dat volgens Google maps niet bestond. Nog gauw een knuffel en toen trok de metro haar de nacht in. ‘’Ik was best zenuwachtig om je weer te zien’’ bekent Anne. ‘’Anderhalf jaar is best lang.’’ Hoewel we de wc’s nog steeds beoordeelden op ‘de schaal van Mongolië’ en oude stopwoordjes weer snel integreerden, lijkt de vorige reis alweer lang geleden. Hoe gezegend ben ik eigenlijk, dat ze me opnieuw is komen opzoeken. De cirkel is rond. Al maak ik er toch een acht van. 

DSC07726 DSC07154


Anderhalf jaar reizen doet iets met je gevoel van tijd en vrijheid. Terwijl ik op een ochtend het levensverhaal van een oude man aanhoorde en hem koffie aanbood, was Anne de tent al aan het opbreken. Terwijl ik soms moeilijk deed over geld, (toeristen uitbuiters) wilde Anne zorgeloos kunnen genieten van haar welverdiende vakantie. Terwijl ik soms piekerde over mijn toekomst, (ik moet het land uit, waar ga ik heen) maakte Anne plannen voor haar volgende vrije weekend in Nederland. Ik, die het contact met het thuisfront aanhaalde om ontwikkelingen in familiesferen te kunnen volgen. Anne, die lekker even los wilde komen van thuis. We raakten steeds meer op elkaar in gespeeld. Niet alleen kregen we onze eigen taken bij het opzetten van de tent, maar ook pakten we om de beurt onze gereedschapskist met gesprekstechnieken tevoorschijn. We bleken beter bruggen te kunnen bouwen dan we zelf ooit voor mogelijk hadden gehouden. Verschillende muzieksmaak? De foutste afspeellijsten graag. En dan keihard meezingen. Met dat laatste deden we trouwens niet veel voor elkaar onder. ‘’Maar’’, had Anne gezegd, ‘’vals is het niet. Het is gewoon niet altijd de juiste toon.’’ 

received_181403686135297 


Het is bijna tijd. Nog even sushi eten en dan is het toch echt tijd om Anne uit te zwaaien. ‘’Wat een verschil zeg, ons eten steeds’’ zegt Anne. Het is waar. De contrasten zijn gigantisch. Soms aten we tijdens een hike kant en klare pasta uit blik. Een andere keer nam Anne me mee naar een duur maar waanzinnig restaurant tussen de wijngaarden. Weer eens wat anders dan noedels. Of schapenhart. Het eten vormde overigens wel een rode draad in onze reis. We lieten een spoor na van chocola. En probeer dat maar eens uit autostoelen te poetsen ;-)


Een laatste kopje koffie dan. Ik geniet nog even van de vanzelfsprekendheid van het samen zijn. Dit, precies dit, is wat ik in MacRaes af en toe miste. Ik denk met een glimlach terug aan vorige week. Het moment dat ik slaperig een boekje lag te lezen in de tent. Anne, bij wie het enthousiasme zich vaak verschuilt achter haar nuchterheid, was met glinsterende ogen naar me toe gekomen. ‘’Leg dat boek eens weg. Kom. Het is hier zo mooi.’’ 
Anne’s doordringende blik brengt me weer terug naar de vertrekhal. ‘’Wat ga je doen Anke?’’ Ik zwijg. Mijn jaar Nieuw-Zeeland zit er bijna op. Het is moeilijk te bevatten. Misschien is het maar goed dat de immigratiedienst me het land straks weer uitkijkt. Een stok achter de deur in het weerstaan van alle verleidingen die het land mij biedt. ‘’Ik hou mijn opties open’’ besluit ik uiteindelijk. ‘’Maar denk je dat Christchurch een Chinese ambassade heeft?’’

DSC07986 


Anne blijkt niet gevoelig voor mijn uitstelgedrag en stuurt me een halfuur later de vertrekhal uit. Ze kent me. Ik mis haar al op het moment dat ik me omdraai, maar weet ook dat ze er altijd zal zijn. Waar ter wereld we elkaar de volgende keer dan ook mogen ontmoeten. Want de nobelprijs voor de vriendschap, die krijg je tenslotte niet zomaar. Met een zwaar gevoel loop ik de weg terug. Maar sentimentele gedachten laat ik niet toe. Want hé, ik had tenslotte ook met sneeuw in de bergen vast kunnen staan.

Foto’s

7 Reacties

  1. Symon Odinga:
    18 november 2018
    Yndrukwekkend ferhaal. Sá moai.
    Écht fertsjinne: de Nobelprijs voor het ultieme reisverhaal.
    Waar met betrekkelijk weinig woorden zoveel kan worden gezegd.
  2. Carlien Bootsma:
    18 november 2018
    Prachtig weer Tine! Genoten van iedere zin 😍😍
  3. Claudia Bootsma:
    18 november 2018
    Wat een prachtig avontuur heb je beschreven. Mooie warme woorden. Ik heb even met je meegereisd;)
    Hoop je met de kerst in het echt te ontmoeten...
  4. Natasja:
    19 november 2018
    WAUW
  5. Hilda Nijboer:
    19 november 2018
    Lieve Anke,
    Wat een lief en prachtig verhaal!
    Nog een fijne tijd gewenst in Verweggistan!
    Liefs,
    Hilda
  6. Francien:
    19 november 2018
    Weer een prachtig beschreven reis, heel mooi om zo dit te lezen over vriendschap, ik word er helemaal warm van.
    Lieve Anke nog een fijne tijd en bedankt voor je verhaal.

    Groetjes Francien
  7. Henk-Doeke Odinga:
    13 december 2018
    Dank je Anke , wat een mooi schrijftalent en wat een relativerende humor heb je. Pakkende schrijfstijl- nou kennen we elkaar als familie natuurlijk maar ik geloof dat je een ieder meeneemt in je gedachten . Ik wil graag een bundel reisverhalen van je bestellen of reserveren . Wanneer komt het uit?