De anonimiteit voorbij

12 februari 2019 - Songkhla, Thailand

De hitte slaat me in mijn gezicht. Het zweet staat op mijn voorhoofd. Mijn backpack drukt zwaar op mijn schouders en heupen. Een kreupele, oude man kijkt me met een donkere blik aan. Ik zie daklozen op straat slapen. Een man zonder benen. De geur van vlees dat te lang in de zon heeft gelegen. Overal afval. Overal verkeer. Overal mensen. En nergens mijn guesthouse. Als ik het uiteindelijk vind, spreken de mensen geen Engels. Is er geen douche of airconditioning. En hebben de beloofde luxe privé kamers meer weg van kleine gevangeniscellen zonder ramen. Ik val uiteindelijk in een diepe, onrustige slaap. Schrik op van enorme knallen. Geweerschoten, denk ik meteen. Ik ben hier niet veilig. Slaapdronken ren ik door het guesthouse, op zoek naar ramen. Dan lach ik om mezelf. Het is Indiaas vuurwerk. 

IMG_0837


De blonde vuurtoren is terug 
Ik ben aangekomen in Chinatown, Kuala Lumpur. Waar Kuala Lumpur bekend staat om haar hoge gebouwen en westerse invloeden, is Chinatown een wereld op zich. Hier heeft de tijd stil gestaan. Achter me ligt een lange reis. Vanmorgen verliet ik met een zwaar gevoel Nieuw-Zeeland. Mijn tijdelijke thuis. Ik bezocht het land spontaan, rekte mijn bezoek steeds een beetje, en bleef er uiteindelijk een jaar, om uiteindelijk op de uiterste vertrekdatum het land te verlaten. Het symboliseert mijn liefde voor het land. Het land waar ik in een jaar meer over mezelf leerde dan vijf jaar sociale studies. Nieuw-Zeeland was voor mij als een goed zittende jas, die ik bij toeval tegen het lijf ben gelopen. Ik droeg hem met liefde en genoot van het comfort die hij gaf. Maar er komt een zomerse dag dat zelfs je lievelingsjas te warm wordt om te dragen. Want hoe thuis ik me hier ook voelde, hoe makkelijk en comfortabel het land ook is: het was weer tijd voor avontuur. Tijd om er weer in mijn eentje op uit te trekken. Me weer onder te dompelen in culturen die ver van de mijne vandaan staan. Waarbij het reizen weer een doel op zich wordt. Mijn relaxte aangeleerde kiwi mentaliteit werd meteen op de proef gesteld toen ik in Christchurch onverwacht een returnticket moest aantonen (die ik niet had), het vliegtuig vertraging had en ik in Singapore moest rennen om het volgende vliegtuig te halen. Eenmaal in Kuala Lumpur aangekomen, probeerde het meisje van de security haar gezicht in de plooi te houden, maar proestte het dan toch uit. ‘’Oh my gosh, so tall!’’ Welkom in Azië. De blonde vuurtoren is terug. 
 

2019118_231533971


Ik vind het moeilijk om te aarden en loop de eerste dagen een beetje verloren rond. Hoewel ik vorig jaar ook tien maanden in Azië heb doorgebracht, voelt het deze keer alsof alles intenser binnen komt. De armoede, de geuren, de drukte en bovenal: de warmte. Mensen staren me aan. Ik heb last van mijn jetlag en slaap de eerste dagen dan ook een paar uurtjes overdag. Ik weet niet goed wat ik met de stad en mezelf aan moet. Of ik eigenlijk wel in Azië wil blijven. Ik mis Carlien en Marleen een beetje. Het kunnen delen van mijn ervaringen. Meer dan een jaar waren we bij elkaar in de buurt. Hadden we veel contact, wisten we van elkaar wat we deden. Deelden we onze avonturen in Myanmar, bezochten we een klooster in het zuiden van Maleisië en gingen we daarna ‘kopje onder’ in de diepe wateren van Nieuw-Zeeland. Nu ben ik weer alleen, zit ik qua tijdszone precies tussen Nieuw-Zeeland en Nederland in. En ben ik weer volledig op mezelf aangewezen.  


De smoothiejongen
Ik slenter door de stad en bezoek de smoothiejongen. Sinds juli 2017 bezoek ik hem regelmatig. Hij herkent me iedere keer weer en weet dan precies wat ik wil bestellen. Ik ben benieuwd of hij me ook deze keer zal herkennen. Mijn laatste bezoek was meer dan een jaar geleden. Als ik voor zijn kraam sta, heeft hij drie seconden nodig. Dan roept hij het uit: ‘’You’re back! It’s been a year!’’ Hij vertelt iedereen die het wil horen dat ik al bijna twee jaar zijn vaste klant ben. Hij slaat enthousiast op de schouder van zijn buurman, die donor kebab verkoopt. De andere klanten moeten maar even wachten. Hij wordt steeds enthousiaster en kan niet meer stoppen met praten. Dat ik soms banaan/mango kies met melk. Maar soms ook zonder melk. En ik ook eens voor sinaasappel/mango ging. Hij staat inmiddels te springen achter zijn kraampje. Als ik mijn portemonnee pak, houdt hij me tegen. Natuurlijk niet: deze is van hem.  

IMG-20190120-WA0005IMG_0833


Prinses op de erwt 
De dagen er na breng ik tijd door met Arif, die ik in Myanmar leerde kennen en mij de beste plekjes van Kuala Lumpur laat zien. Ik bezoek een meisje dat ik in Nieuw-Zeeland heb leren kennen. Ook zij kent fantastische foodmarkets. Het afdingen is hier nog wel even een dingetje trouwens. Ik moet duidelijk weer even inkomen. Gelukkig blijkt de verkoper niet te beroerd om mij een handje te helpen. Als ik vergeet af te dingen, zegt hij uit zichzelf: ‘’Betaal maar 40.’’ Dat is tien lager dan ik moet betalen.  


Ik realiseer me hoeveel geluk ik heb. Want terwijl ik als een prinses rondgereden wordt door lokale inwoners, is er een ander meisje die net de verkeerde trof. Zij is beroofd en verloor haar geld, paspoort, mobiele telefoon en vooral: haar plannen. De verkeerde persoon, op het verkeerde moment. Dat is alles. Ik schrijf die dagen veel. Ik werk in de Starbucks, waar Arabieren soms iets te dicht bij me komen zitten. Me aan blijven staren. Waar ik duidelijk mijn grenzen aan moet geven. Assertiviteit blijkt deze weken een thema. 


Van de straat
Ik besluit vrijwilligerswerk te gaan doen en kom uit bij een project dat gericht is op daklozen en vluchtelingen. Na een uur rondjes te hebben gelopen - omdat ik de bushalte niet kan vinden - en een drie uur durende busrit (in plaats van 45 minuten), kom ik in de avond aan in een buitenwijk van Kuala Lumpur. Een jongeman laat me binnen. Hij mist enkele tanden en spreekt geen Engels. Ik begrijp niet goed wat de bedoeling is en waar ik überhaupt beland ben. Er is niemand anders thuis. Na een onhandig gesprek, waarvan we beide niet goed weten waar het over gaat, besluiten we dat het tijd is om naar bed te gaan. De volgende ochtend wordt het me duidelijker. Ik ben in een Islamitische wijk, zo leer ik als ik ’s morgens vroeg de moskee hoor. De jongeman is een ex-dakloze. Hij is gered door de initiatiefnemer van dit project. ‘’Als zij er niet was geweest, was ik nu dood geweest.’’ Ze heeft hem, en een andere man, letterlijk van de straat geplukt. Wanneer hun Engels goed genoeg is, mogen ze tours door de stad geven. Deze tours laten zien hoe het straatleven in Kuala Lumpur is. De jongens zijn ontzettend blij en dankbaar dat hun leven een nieuwe wending heeft gekregen. Ze zingen, werken hard, maken grapjes en oefenen hun Engels. De een Islamitisch, de ander Hindoestaans. Het maakt allemaal niks uit. Samen staan ze sterk. In het huis wonen ook honden en katten. Ook zij zijn van straat gehaald en getraumatiseerd. Behalve honden en katten, wonen er ook kakkerlakken en ratten. Stromend water is er ook. Behalve dan die paar dagen dat de projectleider vergeten was om de rekening te betalen. Zo zitten we op een zekere ochtend met z’n allen in de auto. De jongens moeten naar de wc en er is geen water meer.  

IMG-20190129-WA0008IMG_0993


Ik ben een week lang supervisor van een groepje Chineze studenten. Zij zijn overgevlogen naar Kuala Lumpur om Engelse les te geven aan Birmeze Islamitische vluchtelingen op een Christelijke (!) internationale school. Volg je dat nog? Het is een prachtig idee, alleen zijn er twee kanttekeningen. Zo spreken de meeste Chinezen niet heel goed Engels en hebben ze weinig tot geen leservaring. Aan mij om ze in een uur tijd klaar te stomen om als docenten voor de klas te staan. Ik ben verantwoordelijk voor de oudste groep kinderen. Zit zwetend voor de rekenmaterie. Hoe krijg ik mijn groepje studenten zover dat ze de kinderen, in een vreemde taal, kunnen introduceren in de wondere wereld van de getallen? Ik, die wiskunde op haar vijftiende keihard heeft laten vallen, moet nu studenten leren hoe ze de materie kunnen onderwijzen. Ik krab in mijn haar. Zie dan dat ik niet de enige ben die het zwaar heeft. Een van de studenten begint uit wanhoop te huilen. 

201921_141059990IMG_0851


Aziatische K3 
We ploeteren ons er doorheen. De Chinezen doen hun best en luisteren aandachtig naar mijn feedback. We werken hard en na een aantal dagen groeien niet alleen hun vaardigheden, maar groeit ook hun zelfvertrouwen. Ik weet niet wie er trotser is: de studenten, of ik. Het is maar goed ook dat de studenten steeds zelfstandiger worden. Het is chaos in de school. Het is erg gehorig en met name de kleuters zijn uitdagend. Mijn onderwijshart bonkt. Een paar keer per dag sprint ik mijn lokaal uit om vechtende kinderen uit elkaar te trekken, een kind terug te brengen naar de klas of midden in de klas bij te springen. Ik begin dan te dansen en te zingen: alles voor afleiding. We maken lange dagen, hebben veel verantwoordelijkheden en in het vrije weekend besluit ik dan ook om een weekendje naar Melaka te gaan, samen met de andere vrijwilligers: Lynn, Vicky en Cassandra. De Chineze studenten vliegen weer terug naar China. Melaka blijkt een prachtig stadje, waar de Nederlandse invloeden van het VOC tijdperk zichtbaar zijn. Zo is er een ‘Stadhuys’ dat een kopie van het stadhuis in Hoorn is, staat er een windmolen en is er een ‘Heerenstraat’. Cass, Lynn en ik vormen met ons uiterlijk en lengte een soort Aziatische K3 en we worden dan ook regelmatig gevraagd voor fotosessies. Met of zonder willekeurig fruit in ons handen gedrukt.  

IMG_6456IMG_0904


De andere vrijwilligers zijn net als ik helaas niet zo te spreken over het project. Er is afgelopen week het een en ander voorgevallen tussen ons en de projectleider waardoor onze motivatie ver te zoeken is. Lynn en ik hebben afgesproken om terug te komen. Voor Vicky en Cassandra zit het werken er al op. Vicky is een 65-jarige, assertieve vrouw uit Engeland. Ze reist in haar eentje de wereld rond en werkt ook tijdens haar reizen. Ik ontmoet dit weekend ook de 67-jarige Marijke, een vriendin van Vicky. Ze komt uit Nederland, maar is geëmigreerd naar Lesbos.  Ook zij reist alleen de wereld rond. Het is een vrijgevochten, feministische vrouw en samen met Vicky leert ze me dat weekend veel op het gebied van assertiviteit. Mede door diens steun, ga ik een paar dagen later het gesprek aan met de projectleider. Het voelt voor mij als een oneerlijke strijd. De gemoederen lopen hoog op en uiteindelijk besluiten we dat het beter is dat Lynn en ik vertrekken. Ik concludeer dat ik er niet meer achter kan staan en dan ook niet langer mijn energie en geld in deze organisatie wil steken. Het is jammer, want de projecten zijn prachtig en we zijn gek op de jongens.  


No woman no cry 
Lynn en ik blazen een nachtje stoom af in Kuala Lumpur, waar we zijdelings het Chineze nieuwjaar meemaken. We treffen een lokale Grab chauffeur die fan is van Marco Borsato (!) en op de klanken van zijn muziek, sjezen we de stad door. We brengen een avond door met Arif, gaan naar een Chineze film en reizen de volgende dag af naar Ipoh. We slapen boven een reggaebar en in de avond komen de waterpijpen tevoorschijn. De eigenaar van de bar, met haar tot aan de grond, heeft zijn eigen band. Het personeel draagt ons op handen. De andere gasten trouwens ook. Ik ben de bar nog niet binnen of hysterische meiden verzamelen zich om mijn tafeltje voor een selfie. No woman no cry.  

IMG_1067 (1)IMG-20190202-WA0010 (1)


Foar de kofje net eamelje 
We zoeken een paar dagen later Vicky en Marijke op en met elkaar reizen we af naar de Cameron Highlands. We huren met elkaar een appartementje. De keurige Engelse Vicky en de relaxte Marijke, vormen een komisch duo. We lachen erg veel. Tegelijkertijd leren we van elkaar. Zo bewonder ik het organisatorische talent van Vicky. Marijke inspireert me erg door haar verleden. Zij 67, oorspronkelijk uit Limburg. Ik 27, oorspronkelijk uit Friesland. Beide werkzaam (geweest) in de gezondheidszorg. Beide (een) burn-out(s) gehad. Ik aan het begin van mijn loopbaan, zij met pensioen. Beide alleen op reis. Beide (inmiddels) grotendeels handelend vanuit ons gevoel. En beide gek op koffie. Ik heb mijn reismoeder gevonden. Ze vindt nu haar rust, maar dit is wel eens anders geweest. Jarenlang werkte ze als directrice van een verzorgingstehuis, zat ze in diverse besturen, in de politiek en vrouwennetwerken. Ze was een feminist en vertelt me over de acties die ze heeft gevoerd. Het inspireert mij. Zij zegt op haar beurt dat ze mij bewondert. Dat ik zo naar mijn gevoel luister. Uit ben gebroken. Dat ik leer van mijn burn-out en weet waar dit vandaan komt. ‘’Reizen leert je zo ontzettend veel. Moet je nagaan dat je dit al op zo’n jonge leeftijd mee krijgt. Ik wilde dat ik dit eerder had geleerd.’’ Vlak voor vertrek vind ik een ijskoffie op mijn backpack. ‘’Voor jou’’ zegt ze. ‘’Je kunt beter dit mee de bus in nemen dan een hoofdpijn.’’ Ze knipoogt. Ik ken weinig mensen die mijn liefde voor koffie zo goed begrijpen als zij. 

IMG_20190212_182541_667IMG-20190209-WA0031

Busje komt zo 
Na een paar dagen afkoelen in de Highlands is het tijd om te gaan. Lynn en ik nemen een bus naar zuid Thailand. Als we weg willen rijden naar het busstation, start de auto niet. De batterij is leeg. Uiteindelijk krijgen we de auto aan de praat en sjezen we tegen de klok in naar het busstation. Daar aangekomen hebben we nog tien minuten om de bus te halen. Snel nog naar de wc. We komen er achter dat het kaartje geprint moet worden. Mijn Wifi werkt niet. Nog vijf minuten. Uiteindelijk lukt het me. Terug naar het vorige loket. Nog een minuut. Rennen naar de bus. Min vijf minuten. Bij de bus aangekomen is er nog niemand. Uiteindelijk vertrekt hij driekwartier te laat. Bij de grensovergang van Thailand staart de man van de immigratie naar mijn paspoort. Hij bladert rustig door mijn visums. Zijn blik blijft hangen op die van Wit-Rusland. China. Rusland. Hij kijkt me aan. Ja meneer, spreek ik hem in gedachten toe. Ik besef heel goed wat voor enorme geluksvogel ik ben. 


Even later rijden we Thailand binnen. Kinderen staren ons aan vanuit auto’s. Kijken ons na. De natuur verandert. Dit is Azië zoals ik me dat herinner. Waar Maleisië als een soort mix van verschillende culturen aanvoelt, voel je in Thailand meteen de eigenheid. Waar we heen moeten, vraagt de buschauffeur. ‘’Songhkla’’ zeg ik hem. Hij kijkt me aan. ‘’Phuket? Bangkok?’’ Ik schud mijn hoofd. ‘’Songhkla, graag’’ herhaal ik. Hij kijkt me aan. Ik zie hem denken. Wat moet je daar nou?  

Songhkla
Die Thaise eigenheid blijft. We komen aan in Hat Yai, zijn nog net op tijd om een willekeurig busje naar Songhkla te nemen, waar we in de avond zullen arriveren. In Songkhla scheiden onze wegen. Lynn neemt de motortaxi, op weg naar haar vrijwilligerswerk. Ik ga naar het guesthouse. Althans, dat was de bedoeling. Het guesthouse blijkt dicht. Ik gluur bij de buren, die voor mij het guesthouse bellen. Er is iets misgegaan met de boeking. Het guesthouse is vol. Ik vind een andere. De vrouw spreekt geen Engels, de airconditioning doet het soms en af en toe is er geen stroom. Maar voor mij is het perfect. Als ik wil verlengen, moeten er lokale gasten bijkomen om te helpen vertalen. Ik vraag me af of ze snapt dat ik nog een nacht wil blijven. Na een dag krijg ik ’s avonds laat ineens een andere kamer toegewezen. We snappen elkaar nooit helemaal. Maar altijd net genoeg.  

IMG_1102IMG_1257


De dag erna loop ik rond. Het stadje heeft historische gebouwen, bloemen en kunst. Het doet gezellig aan. Weinig mensen spreken Engels. Menukaarten zijn in het Thais en ik zie amper toeristen. Maar de mensen glimlachen allemaal. Ze zwaaien, toeteren. Doen hun best om mij te begrijpen. Knikken liever vrolijk toe dan dat ze toegeven dat ze niks van mijn gebrabbel begrijpen. Uiteraard verdwaal ik hopeloos en snapt dan ook niemand waar ik heen moet. Maar het geeft niet. Onderweg zie ik de haven. Zie ik hoe kleurrijke schepen grote pakken rijst vervoeren. De bemanning neemt me nieuwsgierig op. Als ik doorloop, sta ik voor een indrukwekkende moskee. Een kwartier later word ik vriendelijk toegeknikt door een monnik, die een tempel binnenloopt. Weer wat later word ik opgeschrikt door een gek geluid. Ik schrik, zie dan tientallen apen. Ze kijken me aan alsof ze willen zeggen: wat had je dan gedacht? Ze klimmen in de elektriciteitskabels, over auto’s en door de benen van mensen. Een klein jochie is ze met zijn vader aan het voeren. Minutenlang maak ik foto’s van de apen en vogels. Tot ze er genoeg van hebben. En een vogel me onder schijt. De rest van de dag loop ik rond met een onder gescheten shirt. Val ik ook eens op. 

IMG_1145IMG_1084


Het is heerlijk om rond te slenteren. Als het regent, word ik opgevangen door een groep oude mannen, die me onder een afkapping trekken. We hebben hele verhalen met elkaar. Alleen snapt niemand wat er precies gezegd wordt. Ik kan geen zin met de Thaise inwoners uitwisselen. Toch heb ik het gevoel dat ik de beste gesprekken met ze voer. Ondanks de goede sfeer, blijft het ook uitkijken. Op mijn eerste dag mis ik twintig euro, terwijl ik nog bijna niks uitgegeven heb. En na sommige maaltijden begint mijn buik gevaarlijk te rommelen. Maar ook dat is het avontuur. Ook dat is Azië.  

IMG_1162IMG_1128


De anonimiteit voorbij 
Aan het einde van de middag zit ik voor een gouden zeemeermin. Ik zie hoe mensen met haar op de foto willen. Minutenlang. In allemaal posities. Ik ben blij dat ik die zeemeermin niet ben, denk ik nog. Dan maar niet van goud. Dan draaien de mensen zich in een beweging om en komen ze massaal naar me toegelopen. Ik voel nattigheid. En dat is niet van alleen vanwege mijn doorweekte broek omdat ik weer eens te diep de zee in ben gelopen. ‘’Excuse me? You are beautiful. Picture?’’ En voor ik het weet worden er zesendertig foto’s gemaakt. Eerst met de jonge vrouwen. Dan ook mannen. En uiteindelijk worden er zelfs kinderen op mijn schoot geplant. Het is iets dat nooit echt went. Ik vergeet eigenlijk ook steeds weer hoe erg ik opval als solo reiziger: met mijn twee meter twintig, blonde haar en lichtgevende huid. Het liefst ga ik op in de menigte. Kruip ik als een soort antropoloog in een hoekje om te zien wat er gebeurt. Ironisch genoeg heeft mijn verschijning altijd het tegenovergestelde effect. Mensen zwaaien, roepen, lachen. Kinderen komen vragen voor geld. En ik? Ik kruip wederom het liefst in dat zelfde hoekje. Wachtend tot het voorbij is. Maar in plaats daarvan lach ik beleefd. En maak ik binnen een dag al deel uit van zes Thaise familiefoto’s. In Nieuw-Zeeland voelde ik me al een beetje ingeburgerd. In Maleisië werd ik aangestaard, maar verdween ik nog in de multiculturaliteit. Nu ben ik de anonimiteit voorbij.  

IMG_1245IMG_1230


Thailand, het land waar ik eigenlijk nooit heen wilde. Maar waar al mijn vooroordelen al binnen een dag zijn weggeblazen. Zo zie ik dat het liefst. Misschien bezoek ik een paar eilandjes. Lange treinreizen liggen op mij te wachten. Wellicht een poosje naar een klooster in het noorden. Om uiteindelijk uit te vliegen naar Kathmandu. Terug naar de Himalaya. Een hoofd vol ideeën, maar geen concrete plannen. Leven in het nu, zou Marijke wel zeggen.  


Maar eerst hier nog maar een paar dagen rond slenteren. Goede koffie drinken. Aapjes kijken.  Als ik dat duidelijk kan maken in mijn guesthouse, tenminste.  



 

Foto’s

5 Reacties

  1. Francis:
    12 februari 2019
    Ah super leuk om weer wat van je te lezen Anke! Mooie verhalen zeg! Wat een waardevolle ervaringen allemaal!! Ook heerlijk jouw zelfspot :p
    Heel veel plezier met je komende avonturen!! Liefs Francis
  2. Fetsje:
    12 februari 2019
    Eltse grins foarby...
    Prachtich Anke, wat in aventoer, sa dapper, sa frij en.....sa moai skreaun!
  3. Tineke Riemersma:
    13 februari 2019
    Anke het lezen van jouw verhaal was weer een feestje!!!!!
  4. Marijke:
    14 februari 2019
    Innige hug van mij, zo mooi om te lezen! Je bent een waar schrijftalent!
  5. Francien:
    14 februari 2019
    Hey Anke, heerlijk weer om z'n mooi reis verhaal te lezen.
    Je bent inderdaad een geluksvogel en ik gun het je allemaal. Ik kan me voorstellen dat je verliefd werd op Nieuw-Zeeland en dat het nu ook weer heerlijk is om verder te reizen.
    Ik verwacht dat je nog veel mooie dingen gaat zien en bijzonder mensen ontmoet. Ik wil het graag weer lezen. Lieve groet Francien.