Ankiepankie Shanghai

27 mei 2017 - Pingyao, China

- Hey white people, where are you going?

- Wow. So tall!

- Your hair, is it real?

- Holland? Milk!

- Hello! (Giechelt en loopt weg)

- I’m from Russia. Poetin, vodka!

- Where you from? Holland. Oooh, wow, cool! Do you know Holland? No.

- Holland? Drugs! Anne: did you ever used drugs? De Amerikaanse dame in kwestie: What’s wróng with you?! Offcourse! I’m from the 60’s. Woodstock baby!

Als kind wist ik dat ik jarig was als er op school voor me werd gezongen. De juf toverde een kartonnen feestmuts tevoorschijn en dan maar zingen. Uit volle borst, terwijl ik me ondertussen bovenop die stoel een houding probeerde te geven. Eén van de liedjes was ‘Ankiepankie Shanghai’. Het nummer heeft vast een andere titel, maar ik weet niet beter dan deze. Als de juf dit nummer inzette werd bovenstaande door de hele klas mee gejoeld, terwijl iedereen lachend naar mij wees. Want dat was grappig. Dapper lachte ik dan mee. Het was nu eenmaal het lot van iedereen die ‘Anke’ heette en dat had ik al gauw aanvaard. China was een land aan de andere kant van de wereld en de taal vond ik maar gek. Hoe had ik toen kunnen denken dat ik jaren later alleen door dit land zou dwalen? Want dat blijkt het lot van deze Anke. Rondreizen in dat ene land met die gekke taal. Je begrijpt overigens wel dat ik uit principe Shanghai niet aandoe ;-)

Deel 1 – Beijing

Het doet me nog het meest denken aan een kermis. Als ik om me heen kijk, zie ik overal mensen, beweging en licht. Enorme uithangborden proberen me te verleiden, ik struikel bijna over de mensen. Op straat dansen mensen of doen ze aan kungfu. Mensen spelen (kaart)spelletjes (jong, oud, man en vrouw), voetballen met een hippe pluimgadget, er is muziek en men eet op straat. (Of wacht in grote getale rustig een aantal uren buiten tot er plek in het restaurant is) Wat ze ook doen: ze doen het vol overtuiging en ze maken plezier. Je kunt tot diep in de avond/nacht winkelen, eten of uitgaan en het is altijd druk. Ik viel gelijk voor de oude traditionele Hutongwijken, waar het oude China nog zichtbaar is. Men eet, verkoopt en leeft daar op straat. Het rommelige, oude karakter doet gezellig aan. Wanneer we het niet verwachten is er midden in de wijk ineens een hippe tent waaraan Amsterdam nog een voorbeeld kan nemen. De contrasten in deze stad zijn gigantisch. Van handel op straat tot Calvin Klein in de etalages.

Het verkeer is eveneens een attractie. Men rijdt op brommers met daarvoor een opgebonden deken ter bescherming van vuil of op afgedankte fietsen met een kapje voor hun mond. Ze rijden in auto’s, tuk tuks, op scooters en op voorwerpen die ik niet kan definiëren. Soms zitten ze er met 4 mensen op of stapelen ze bagage (van dozen tot bomen) torenhoog op. Ik ben er nog steeds niet over uit of er verkeersregels zijn. Het lijkt altijd net goed te gaan. Men toetert en anticipeert. Stoplichten zijn er heilig, al ben je als voetganger zelfs dan je leven niet zeker. Het is als je begeven tussen de botsauto’s, zo nonchalant wordt er aan het stuur gedraaid. Dat hier een keerzijde aan zit, blijkt als we getuige zijn van de gevolgen van een dodelijk auto-ongeluk. Het beeld dat we zagen ging door merg en been en doet ons acuut anders kijken naar de integere zorg en dienstverlening in Nederland. Het gaat hier dus niet altijd goed.

Een grote kermis dus. Inclusief smog en de drukkende warmte alsof je in een subtropisch zwembad bent beland. Toch blijft de vraag: wie is de attractie? Toen we een middagje in een park vertoefden, werden we achtervolgd door twee vrouwen. Ze wilden met ons op de foto. Allebei, in verschillende posities en met twee verschillende camera’s. Die middag werden we nog vier keer gevraagd. En daar bleef het niet bij. Er zijn verschillende tactieken onder de fotograferende chinezen. Sommigen doen het stiekem, als ik me insmeer, of sta te gapen in een hoekje. Sommigen gaan minder subtiel te werk. Zij gaan opeens bij me staan en voor ik het weet zie ik mijn eigen hoofd terug op een selfie. Er zijn ook mensen die vragen, zenuwachtig giechelen en dan gaan poseren. Het peace teken wordt hierbij het meest toegepast. Ik vergeet nooit meer die keer dat ik dromerig opzij keek en een oud vrouwtje haar camera met enorme lens op mij richtte. Het ding was gigantisch. Ik keek tevergeefs achterom. Toen lachte ze en wist ik genoeg. Echt onopvallend kan ik hier dus niet rondlopen. Mensen staren me aan, soms groeten ze. Als het geen kinderen zijn die enthousiast ‘hello’ roepen (dat leren ze op school), dan zijn het wel de ouders die het kind pushen voor een foto met die Lange Blonde. Soms wil het kind zelf niet en wordt het een hilarisch schouwspel. (Al moet ik eerlijk bekennen zelf het ‘high five tafereel’ met kinderen dan soms ook niet te kunnen laten.) Af en toe verlaat ik een restaurant en word ik door verschillende tafels met mensen uitgezwaaid. Ik heb geleerd dat vriendelijk lachen z’n vruchten afwerpt en een onverwacht ‘nihau’ voor grote hilariteit kan zorgen. Ik heb inmiddels kaakpijn maar ik heb er wel tweehonderd vrienden bij. Wat betreft de foto’s sluit ik tegenwoordig een deal. Zij een foto van mij? Dan wil ik er één van hen. En ja, ook ik maak stiekem foto’s. Soms zien ze dat en lachen ze, of steken ze een duim op. Het is soms één groot intercultureel theaterstuk.

De mensen zijn erg vriendelijk en behulpzaam. Men spreekt geen Engels maar sommigen willen het graag oefenen en komen nieuwsgierig op ons af. Het rochelen en spugen went een beetje. De Chinezen zijn echter wel erg schoon. (Behalve de hurktoiletten) Wat minder went zij de poepgaten in de broeken van kinderen… Terwijl wij hopen dat we bruin worden, loopt men hier met paraplu’s en witte foundation. Assertief zijn Chinezen ook. Regelmatig wordt er bij een loket voorgedrongen als het ze te lang duurt of er wordt subtiel een drukje gegeven in de metro. Zelf worden we ook assertief. Het vinden van ons hostel is door de horde schreeuwende taxichauffeurs en handelaren al een assertiviteitstraining op zich. Iedereen ziet continu handel in ons. Er is veel beveiliging (bij ieder metro- en treinstation is er een tassenscan en soms fouilleren ze) en er is veel politie op straat. We voelden ons altijd veilig.

Behalve dan… die ene avond. De avond waarin we opgelicht zijn. Echt waar. Terwijl we foto’s maakten bij de Verboden Stad, kwamen er twee vrouwen naar ons toe. Het zouden Engelse docenten zijn. Ze vroegen naar onze plannen en sloten daar naadloos op aan. Wij wilden een Hutong bekijken, zij wisten er nog wel een. Weet je wat, ze liepen wel even mee. We konden er wel wat drinken. We waren vlak daarvoor nog meerdere keren aangesproken en op de foto gezet en we raakten gewend aan de belangstelling van de Chinezen. We dronken thee, ‘kregen’ 2 glazen wijn, zongen karaoke en we hadden een gezellig uurtje. Ze waren enorm aardig en belangstellend. Toen kwam de rekening. Honderd euro per persoon. We schrokken ons rot en realiseerden ons dat dit niet klopte. We betaalden een klein deel en zijn weggerend met het hart in onze keel. Wie weet stond er wel iemand bij de uitgang… Het restaurant bleek ook in het complot te zitten. We wisten niet meer of we hard moesten lachen of huilen. Later bleek het een bekende scam in Beijing te zijn. Oeps. Vandaar al die vragen en het ontwijken van de camera. (Maar het karaoke zingen in Beijing kan wel mooi van ons lijstje.) Andersom trof ik het ook. Een man wilde geld van mij omdat het een ‘beveiligde’ fietsenstalling was waar ik mijn fiets had neergezet. Hij was de beveiliger. Ik geloofde hem niet. De man deed echter gewoon zijn werk.

Beijing betekende echter ook het eindpunt van onze gezamenlijke reis. We hikten er beide tegenaan maar konden er niet langer meer omheen. Toen we afscheid namen bij de metro, wist ik meteen dat ik Anne zou gaan missen. De manier waarop ze haar schouders ophaalt en me dan lachend aankijkt, haar open gezicht, nuchterheid en enthousiasme. Haar eeuwige rust. Anne zakte een keer diep weg in de modder, miste haar metrokaart en haar pinpas werd ingeslikt. Ze gaf geen kik en deed rustig wat ze moest doen. Haar ‘hou-op-schei-uit en bij-zijn-is-meemaken mentaliteit. Ons geouwehoer en de slechte liedjes die we zongen. (En niet alleen bij die karaoke) Haar blije gezicht als ze rondstruinde in een winkeltje. Haar plannen en ideeën. (Terwijl ik nog wazig om me heen keek, had Anne al drie plannen gemaakt.) Haar liefde voor eten en fotograferen. De manier waarop ze omging met andere culturen en taalbarrières. Hoe ze mij vaak met een praktische vraag uit mijn hersenspinsels haalde. Ik weet niet wat ik het meeste mis. Ik had het voor geen goud willen missen. Of, zoals ik tegen Anne zou zeggen: Super.meenikserieus. ;)

Deel 2 – en nu?

Toen Anne naar huis vloog, nam ik de nachttrein naar het pittoreske Pingyao. Een oud, traditioneel stadje met een oude stadsmuur, prachtige tempels en parkjes. Hier bleef ik twee nachten. Het Chinese treinsysteem is ontzettend goed geregeld. (Op z’n Chinees) Ik was de enige westerling in de enorme en volle stationshal. Je kunt je voorstellen hoe ik afstak met mijn rode backpack en lengte. Morgen neem ik de trein (ja, die trein hou ik er nog even in) naar X’iann (terracottaleger) en later naar Chengdu (pandareservaat, hoewel ik daarvoor tegenwoordig niet meer helemaal naar China had gehoeven.) Ik eindig in zuid China (Kunnming, Dali, Lijang, Yangshuo en omstreken) waar ik nog een paar weken verblijf voor ik vanuit Guilin naar Vietnam vlieg. (Vlieg!) Mocht je benieuwd zijn naar de route, kijk dan bij ‘kaart’ hierboven. China is een bijzonder land voor een beginnende backpacker. (Zoals ik) Alleen het reizen met de trein is al een uitdaging. Je moet dagen in het vooruit boeken en moet kaartjes met een omweg regelen als je de Chinese taal niet beheerst. Menukaarten zijn vaak niet te lezen. (En ik eet liever geen hond of eendenhoofd) Contact is moeizaam en soms zie ik langere tijd geen westerse toeristen. Het duurde een hele poos voor ik het hostel (met Chinese tekens) vond. Ook is de invloed van de overheid merkbaar. Zo zijn sites als Google en Facebook geblokkeerd. Best vervelend als je informatie wil inwinnen. Een uitdaging dus. Maar wat ga ik het graag aan. Ik heb nu al ideeën voor mijn volgende vakantie naar dit bijzondere land. Toch voelt het ergens ook dubbel. Ik ben hier een rijke toerist. Ik schrijf dit verhaal in een lokaal kroegje met een Chinees biertje. Diep verborgen in mijn H&M shirt hangt een labeltje. De letters steken af tegen de witte achtergrond. ‘Made in China’.

DSC03628

(Overige foto's vind je bij foto's - albums - China  in het menu)

Foto’s

8 Reacties

  1. Pier:
    27 mei 2017
    Volgens mij geniet je volop. Groetenis uit een zonnig Grou.
  2. Hilda Njboer:
    27 mei 2017
    Leuk om te lezen en ik wens je verder een prachtige reis.
  3. Fetsje:
    27 mei 2017
    Wat in aventoer Anke,no allinnich,in hiele útdaging! Dyn reisferslagen binne prachtich om te lêzen☺
  4. Hilde achenbach:
    28 mei 2017
    Mei respekt dyn ferhaal lêzen. In goeie reis fierder en we bliuwe dy folgjen.
  5. Marjella:
    28 mei 2017
    Ankiepankie Shanghai!
    Leuk om je verhalen te lezen! Lees ze elke keer op mijn mobiel en kan vanaf daar niet reageren, heel raar. Maar nu heb ik eindelijk mijn laptop op schoot genomen, iets wat ik al veel langer wilde doen. Klinkt allemaal gaaf wat je daar meemaakt, blijf genieten!
    Liefs!
  6. Renee:
    28 mei 2017
    Super herkenbaar allemaal! Prachtig al die ervaringen! De vertaalapp werkt altijd en werken met handen en voeten ook ;) Have funn!!
  7. Margreet:
    29 mei 2017
    Prachtig weer! Geniet verder van je reis!
  8. Francien:
    31 mei 2017
    Hallo Anke, wederom een mooi verhaal en mooie enspannende avonturen.
    Het lijkt mij ook best lastig en een mis gevoel te geven na dat je je reismaatje hebt uitgezwaaid.
    Alleen verder geeft ook weer andere mogelijkheden en ontmoetingen en soms is het "eenzaam" .
    Anke ik vind het geweldig wat je onderneemt en zie uit naar je volgende verhaal. Lieve groet Francien